Er waren eens een koning en een koningin die een kindje kregen. Ze noemden haar Doornroosje. Ze waren zo blij met haar, dat ze een groot feest gaven. Ook de feeën van het land mochten komen. Nu waren er dertien feeën, maar de koningin had maar twaalf gouden borden. ‘Ach, een feetje meer of minder zal de pret niet drukken,’ zei de koning. ‘We nodigen er gewoon twaalf uit in plaats van dertien.’ Het werd een schitterende dag. Alle feeën spraken een goede wens uit voor Doornroosje. Maar plotseling kwam de dertiende fee binnen. ‘Ik heb ook een wens voor Doornroosje!’ zei ze met valse stem. Ken jij Klaas Vaak? Die vriendelijke, magische kabouter? Klokslag kinderbedtijd vliegt hij uit, samen met zijn trouwe uil Oehoe Houdou. Hij strooit zijn beroemde slaapzand over de daken en zorgt dat je de mooiste dromen droomt.