Er was eens een arme houthakker die zeven zonen had. De jongste was bijzonder klein. Hij werd dan ook Klein Duimpje genoemd. Het ging niet goed met de houthakkersfamilie. Vader verdiende te weinig geld. Op een avond, toen de kinderen al naar bed waren, zei hij tegen zijn vrouw: ‘We hebben bijna geen eten meer. Ik neem de jongens morgen mee naar het bos en laat ze daar achter.’ Wie weet vinden ze een betere plek om te wonen en komen ze terecht bij mensen die wel genoeg te eten hebben. Klein Duimpje zat intussen stiekem mee te luisteren en bedacht een plan…